“Ik heb voorzeker twee uren in de cel gestaan zonder te veranderen van plaats. Het stormde in mijne hersenpan, mijnen geest vloog rond gelijk bliksemstralen.”
De Kortrijkse gevangenis, in gebruik sinds 1856, bevond zich vlakbij het station aan het Casinoplein en beschikte over 110 cellen. Hier kwam spoorwegbediende en spion Evarist De Geyter terecht na zijn aanhouding op 16 maart 1917. Er wachtte hem een terdoodveroordeling en een lange, pijnlijke gevangenschap.
De Duitsers ondervroegen verschillende opgepakte leden van het spionnennetwerk van Alfred Pagnien, waartoe Evarist behoorde. Uiteindelijk stierven zes Kortrijkse spionnen voor het vuurpeloton. Evarist kreeg respijt omdat zijn enige dochter bij een Engels luchtbombardement op Kortrijk om het leven was gekomen. Na de oorlog schreef hij zijn memoires neer.
Tot in de 19de eeuw lag dit plein nog ver buiten de stadsgracht. Momenteel geeft de Oude Vestingstraat aan tot waar de binnenstad ca. 1822 reikte. De eerste bres in de stadsomsluiting kwam er naar aanleiding van de spoorwegen en het station en de tweede door het definitieve dempen van alle stadsgrachten. Door die grote ingrepen kwam ruimte vrij voor nieuwe stadsontwikkeling.
Eén van de vernieuwingen was de bouw van een stadsgevangenis, aangevat in 1854. Architect Joseph Dumont (1811-1859) was de ontwerper van een toen heel moderne radiaalbouw. Dergelijk grondplan met uitlopers vanaf een centrale kern werd door dezelfde architect uitgewerkt voor de nog bestaande gevangenis van Leuven Centraal.
De Duitse bezetters maakten natuurlijk gebruik van de Kortrijkse gevangenis, onder meer voor het vastzetten van spionnen.
Wist je dat er op het Casinoplein, gelegen voor de gevangenis, lange tijd een Duits kanon uit de Eerste Wereldoorlog is blijven staan? Toen bevonden zich op dit plein ook nog 4 rijen bomen.