"Met behulp van eene goede jumelle [= verrekijker] kon ik het vervoer goed onderscheiden. Ik kon zelfs de nummers lezen op de schouders van de soldaten die in de rijtuigen zaten."
Dit schreef Evarist De Geyter in zijn memoires. Tussen oktober 1915 en maart 1917 bespioneerde hij als spoorwegbediende dag en nacht (!) alle treinen die in het station van Kortrijk passeerden. Hij maakte deel uit van een Frans-Belgisch netwerk van meer dan 40 spionnen. Ze verzamelden militair gevoelige informatie en smokkelden die over de Nederlandse grens, naar de geallieerden.
Het netwerk werd echter verraden en de mannen opgepakt. Zes Kortrijkse spionnen stierven voor het vuurpeloton op de schietbaan van Gent. De Geyter kreeg genade. Hij keerde na een lastige gevangenschap als een gebroken man terug naar Kortrijk.
Via de Belgische spoorwegen, in handen van de Duitse Generale Staf, werden tijdens WO I wekelijks duizenden soldaten vervoerd. Van Duitsland tot aan het front was het voor de troepen één naadloos traject. Ze merkten niet eens dat ze België binnenreden. Het traject was nog schilderachtig ook, met Duitse schildwachten op de perrons en uitzicht op ploegende boeren op de akkers.
Door het drukke verkeer boden de spoorwegen een unieke blik op de Duitse strijdformatie: welke divisies liggen waar? Zijn er reorganisaties aan de gang? Werden er “verse” divisies aangevoerd? Waren het zeer jonge mannen? Dat alles bood waardevolle informatie aan de geallieerden. De spoorlieden waren best geplaatst om dat alles te weten te komen.
Het verzamelen van deze gegevens was weinig spectaculair: je zat uren en uren na elkaar op een uitkijkpost door een verrekijker te turen naar de spoorlijnen, dag en nacht. Het was eentonig, vermoeiend en uiterst gevaarlijk. Toch was het verzet onder de Belgische spoorlieden heel intens. Terechtgestelde spionnen, onder wie zes Kortrijkzanen, waren onevenredig vaak afkomstig uit gemeentes met belangrijke spoorlijnen.
Het Kortrijkse station was bovendien voortdurend het mikpunt van geallieerde luchtaanvallen, met veel slachtoffers en grote materiële schade tot gevolg.
Wist je dat de spoorlijnen dienden om soldaten naar het front te brengen, maar evengoed om gewonden weer af te voeren? Dikwijls reden deze transporten ’s nachts, zodat ze minder goed zichtbaar waren.