19 oktober 1918 was een zwarte dag voor Kooigem. Het kleine dorp beleefde, tot afschuw van zijn bewoners, de opzettelijke vernietiging van de Sint-Laurentiuskerk. Ze was pas klaar sinds 1876.
Het eindoffensief van de geallieerden was in volle gang. Kortrijk beefde tijdens die donkere oktoberdagen onder de bombardementen. Mensen zaten dagen en nachten verschanst in hun kelders. De Duitsers bliezen noodgedwongen de aftocht. Bij gevechten aan de Leie vielen talrijke slachtoffers.
De volgende te verdedigen linie was de Schelde. De regio ten zuiden van Kortrijk kreeg een groot strategisch belang. Avelgem onderging een vreselijke aanval met gifgas. In dit opzicht vormde de kerk van Kooigem een ideale uitkijkpost voor de oprukkende Engelsen. Wat konden de Duitsers daartegen ondernemen? Doen ontploffen, dus.
De huidige kerk van Kooigem dateert van 1923.
De kleinste deelgemeente van Kortrijk geniet de twijfelachtige eer om op haar grondgebied zware gevechten gekend te hebben bij het einde van de Eerste Wereldoorlog. Dit had als gevolg dat momenteel, 100 jaar later, nog altijd Engelse soldaten begraven liggen nabij de kerk van Kooigem, die toen overigens vernield werd door de terugtrekkende Duitsers. Op het kerkhof liggen ook enkele oud-strijders van 14-18 en je vindt er een oorlogsmonument.
Pastoor Arthur Borre beschreef alles nauwkeurig in zijn verslag aan de bisschop. De laatste beschietingen vonden plaats op 9 november. Pas nadien keerden de bewoners mondjesmaat terug. “Tijdens de vlucht zijn er vele gestorven van de grippe”, merkt hij nog op. Een verwijzing naar de Spaanse griep, een wereldwijde epidemie die in 1918-1919 tientallen miljoenen slachtoffers eiste
Wist je dat er in de kerk van Kooigem nog een oorlogsmonument staat ter herinnering aan de vele slachtoffers van WO I? Het verdriet werd uitgedrukt in de vorm van een piëta of treurende moeder om haar overleden zoon.